Harry Maas archief 70
Gearchiveerd
Omschrijving
Harry (Henri Frans Hubert) Maas wordt op 23 juli 1906 te Nederweert geboren als tweede zoon van de onderwijzer, journalist en schrijver Herman (Hermanus Hubertus Joannes) Maas (1877-1958), die op 23 juni 1903 te Arcen is getrouwd met Henriëtte (Hendrika Hubertina Josephina) Braem (1875-1948). De militante houding van vader in onderwijszaken en maatschappelijke mistoestanden, zoals verwoord in diens boeken zoals Het Goud van de Peel (1909) en artikelen in Zuid-Willemsvaart en Limburgs Belang , maakt hem voor de katholieke clerus onverteerbaar met grote gevolgen voor zijn carrière. Zo verhuist het gezin Maas van Nederweert naar Venlo (1911), Roermond (1912-1923), Doetinchem (1923-1925), Nijmegen (1925-1931) en tenslotte naar Eindhoven (juli 1931). In Roermond bezoekt Harry drie jaar de Rijks H.B.S. en heeft er tekenlessen van Martinus Gerardus Hölscher (1895-1979). In de Nijmeegse periode heeft hij schilderles van Anton Kloosterhuis (1888-1959) en is lid van de Nijmeegse Kunstkring ‘In Consten Één' en neemt deel aan een groepstentoonstelling van de kring in het Waaggebouw in 1930. De tegendraadse houding van vader Maas brengt het gezin financieel en psychisch op de afgrond, vooral wanneer hij op wachtgeld komt te staan en al schrijvend het hoofd boven water moet zien te houden. Moeder wordt als geesteszieke opgenomen in Voorburg te Vught, waar ze ook in 1948 sterft. Oudste zoon Herman vindt als afgestudeerd jurist geen werk en overlijdt in 1940 aan een huidaandoening. Jongste zoon Willy wordt vanwege zijn labiele psychische toestand in Huize Padua opgenomen, waar hij zal overlijden. Harry blijft bij zijn vader wonen maar, omdat ze elkaar niet liggen, communiceren ze nauwelijks.
Van een beter artistiek klimaat in Eindhoven is eerst in de jaren 1930 sprake met de komst van diverse tekenleraren. In Eindhoven treedt Harry toe tot de Eindhovensche Schetsclub die in 1929 door Jan en André van Bergeijk is opgericht. Al spoedig wordt hij de drijvende kracht van deze heterogene club, waar amateurs en professionals elkaar ontmoeten bij het tekenen naar gekleed en naaktmodel. Op de eerste expositie van de schetsclub in Kunstzaal Verheugen in 1932 is hij nadrukkelijk aanwezig. Ook sluit hij zich aan bij de door Johannes Nicolaas jr in 1934 gestichte De Zuid-Nederlandsche Onafhankelijken en doet “als een van de opmerkelijkste verschijningen” aan de eerste expositie in 1935 mee in het oud-stadhuis. In 1937 heeft hij een eenmanstentoonstelling – de enige in zijn leven – bij Kunstzaal Verheugen. In 1940 wordt hij met andere Eindhovenaren lid van de Bredasche Kunstkring, met welke kring hij enkele keren exposeert. Verder is hij met werk vertegenwoordigd op de landelijke tentoonstellingen Onze kunst van heden (Amsterdam 1939) en Kunst in Vrijheid (Amsterdam 1945). In december 1942 verliest hij bij een bombardement één oog. Na de Tweede Wereldoorlog exposeert hij als lid van Kunstkring De Kempen en is present op de laatst gehouden expositie van de Eindhovense Schetsclub bij kunsthandel Pijnenborg in 1949. Daarna is hij “wars” van exposeren, omdat hij geen werk op voorraad zou hebben. Immers zijn werk wordt goed verkocht o.a. via de kunsthandels Roelofs in Amsterdam en Beckers in Eindhoven. Na de dood van zijn vader verhuist Harry van de Akkerstraat 23 naar de Ooistraat 25 en omstreeks 1970 betrekt hij een huis op de Kleine Berg 79. Hoewel de schetsclub officieel in 1969 ter ziele gaat, blijft hij met een groepje vrienden bestaande uit Kees Houtman, Jan Louwers, Karel Vermeeren, Sjef van der Voort en als enige dame Gerry van der Linden-van Diesen, wekelijks naar model tekenen. Op 4 juni 1974 trouwt hij te Nijmegen met de jongere, naïeve kunstschilderes Netty (Antoinette Cecilia Catharina) Michels (1919-1995), die al jaren bij hem komt poetsen, hem in het huishouden helpt en in 1972 bij hem intrekt. Op 4 juni 1982 overlijdt Harry Maas in Eindhoven en wordt vervolgens op het Catharinakerkhof begraven.
In de jaren dertig kreeg Harry Maas bekendheid als tekenaar en als schilder van portretten en figuurstukken. Daarnaast maakte hij linosneden en begon te etsen. Zijn voorkeurmodellen waren de tweelingzussen Jeanne en Mary van den Bogaard, die beantwoordden aan zijn schoonheidsideaal: slank en blond. In de oorlogsperiode had Harry veel (bloem)stillevens gepenseeld. Omstreeks 1950 ontstonden er naar aanleiding van reizen naar Engeland en Frank rijk veel stadsgezichten en landschappen. Zijn passie voor treinen kreeg in zijn oeuvre een vaste plaats, hoewel hij graag nostalgisch op oudere beelden teruggreep en voor de stoffering – evenals in zijn stadsgezichten – een voorkeur voor modieus geklede, bevallige (school)meisjes had. Het vrouwelijk – halfgekleed of pikant – naakt liep als een rode draad door zijn werk en de talloze, uitgewerkte naakten in olieverf, aquarel, zwart of rood krijt en de vlugge kwartierschetsen van voor hem poserende meisjes waren het handelsmerk van Harry Maas geworden in een seksueel vrijer en opener wordende tijd.
Kunstenaar
Maas, H. Maas, Harry Maas geb 1906-1982 | Totaal 4 in Collectie
Categorie
Verkocht/Archief K tot/met O
Object
Archief