Kolthoff, M. Kolthoff, Mark Kolthoff geb 1901-1992
Mark Kolthoff (1901-1992) was kunstschilder en cineast. Hij is in de jaren dertig onder invloed van Joris Ivens gaan fotograferen, voornamelijk sociale onderwerpen, maar zo nu en dan ook reclame- en architectuurfotografie. Kolthoff was als leraar actief in de Vereeniging van Arbeidersfotografen. Hij leerde hen om de werkomstandigheden in hun omgeving vast te leggen en zichtbaar te maken. Op die manier zouden zij een bijdrage leveren aan de bewustwording van het proletariaat. Kolthoff is een belangrijke representant van deze zogeheten Nieuwe Fotografie in Nederland. Vanaf 1933, toen Ivens voorgoed naar het buitenland vertrok, nam Kolthoff gaandeweg het schilderen weer op, waardoor de fotografie op de achtergrond raakte. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heeft hij niet meer gefotografeerd. Het archief Het merendeel van zijn archief heeft hij in de oorlog zelf vernietigd. Een restant daarvan, ruim 1000 negatieven uit de jaren dertig, vormen het huidige bestand. De onderwerpen variëren van stadsgezichten, reportages over de CPN, portretten van bevriende kunstenaars en familie tot reclamefoto\'s en surrealistische en abstracte foto-experimenten. Afdrukken van Kolthoff bevinden zich ook in de Collectie Historisch-documentaire foto-opdrachten (zie arch.nr. 10004; FOD 005) en in de Collectie foto-afdrukken (zie arch.nr. 10003). Als leerling van de Rijksacademie in Amsterdam (1924-1929) maakte Mark Kolthoff tijdens een bezoek aan Parijs kennis met het Franse kubisme, dat daarna grote invloed op zijn werk zou hebben. Zeker tot 1945 bleef hij op zeer persoonlijke wijze uitgaan van de kubistische analyse van de werkelijkheid. Dit resulteerde onder andere in een reeks geaquarelleerde stillevens die hij tussen 1940 en 1945 schilderde. Daarna werd zijn werk geometrisch abstract, en maakte hij met o.a. Willy Boers, Anton Rooskens en Eugène Brands deel uit van Vrij Beelden. Ook exposeerde hij in die jaren regelmatig in de Salon des Réalités Nouvelles in Parijs. Toen Willy Boers begin 1950 de groep Creatie oprichtte sloot Kolthof zich daarbij aan. Hij was een zeer veelzijdig kunstenaar, die ook als cineast naam maakte. In het najaar 1948 doken er bij ‘Vrij Beelden’ namen op als Anton Rooskens en J. Voskuil. En verder deden toen de beeldhouwers Piet van Stuivenberg, Wout van Heusden en Koos van Vlijmen mee. In september ’49 en augustus ’50 deden, naast de vaste kern van Ger Gerrits, W.Kersten, F.Hunziker, H.van Kruiningen en W.Sinemus, nieuwe namen als H.Berserik, A.Breetvelt, B.Gunteren, D.te Hoedt, W.Hussem, R.Holtrop, M.Kolthoff, J.Mooy, J.Neumann, W.L. Reyers, W.Schrofer en A.van der Vossen mee. In ’52 en ’53 kwam daar nog Jan Schoonhoven bij. Willy Boers exposeerde in de jaren 1948, 1949 en 1950 in het Stedelijk Museum Amsterdam met een wisselende groep, Amsterdamse schilders van nu’, met naast Appel, Corneille en Constant o.a. Kolthoff, Gerrits, Hunziker, Van Kruiningen en Breetvelt. Ook maakte Boers hier kennis met Eugène Brands en Anton Rooskens. Met deze twee werkten Boers en Gerrits zeer nauw samen in een gezamenlijk project om twee leslokalen van een school van wandschilderingen te voorzien. Boers en Gerrits deden samen het ene en Brands en Rooskens samen het andere lokaal van de R.K. Dagnijverheidsschool ‘Don Bosco’ in Amsterdam eind 1950. In juli ’48 stelde Willy Boers de Nederlandse inzending samen voor de 3e Salon des Réalités Nouvelles te Parijs. Naast hem waren daar Boumeester, Braat, Gerrits, Hunziker, Kolthoff, Rooskens en Warb. In juli 1949 op de 4e Salon zond hij in samen met Domela, Gerrits, Hunziker, Rooskens en Warb. Voor de 3e keer nam hij deel aan de 5e Salon te Parijs samen met Breetvelt, Gerrits, Van Heusden, Ten Hoedt, Hunziker, Hussem, Rooskens, Roede, Sinemus, Van Stuivenberg, Van Vlijmen, Van der Vossen en Warb. In juni 1951 nam Boers nog deel aan de 6e Salon, samen met Boumeester, Van der Vossen en Warb. In 1951 had Boers in Rotterdam geëxposeerd met de ‘Vereniging voor Irrealisme en Abstractie in de Beeldende Kunst’, te weten Eugène Brands, Breetveld, Gerrits, Hunziker, Hussem, Kolthoff, Nanninga, Ouborg, Rooskens en Weininger. ‘Creatie’ De groep ‘Creatie’ bestond van 1950 tot en met 1954 en had als redactie Willy Boers, Eugène Brands en Anton Rooskens, met als leden Klaas Boonstra, Simon Erk, Mark Kolthoff, Jaap Stellaart, Piet van Stuivenberg, Emil Voeten, André van der Vossen, Ger Gerrits, Hans Ittmann (voorzitter), Kees Keus(secretaris), Juul Neumann, Wim Strijbosch en Andor Weiniger . Later zijn daar nog Wim Crouwel, Armando en Greet van Amstel bijgekomen. Kolthoff, Van Stuivenberg, Van der Vossen en Neumann kwamen van ‘Vrij Beelden’. ‘Creatie’ was het “geesteskind” van Willy Boers en Ger Gerrits. Er werden in totaal 4 exposities georganiseerd. De openingstentoonstelling, februari/maart 1951 werd zowel in Amsterdam in Fodor als in Rotterdam in ’t Venster gehouden. Er verscheen een viertalig manifest van de groep, met een ‘ter kennismaking’ van André van der Vossen in de publicatiereeks \'Creatie no.1\', men verwees hierin naar de gelijktijdige Guggenheim tentoonstelling in het Stedelijk museum de moderne kunstenaar als wegbereider en voorganger van de ‘Absolute Kunst’. De laatste term verwijst weer naar de groep ‘Abstraction Creation’, uit ‘31 van Van Doesburg, met o.a. Arp, Helion, Delaunay en Kupka. Na de oorlog heette dit initiatief Salon Réalités Nouvelles, dit wil zeggen ‘Absolute Kunst’. In 1952 werd de 2e expositie in Amsterdam bij Le Canard gehouden. De 3e expositie was weer zowel in Fodor als in ’t Venster. De 4e en laatste tentoonstelling was in januari/februari 1954 in de Openbare Leeszaal in Amsterdam aan het Roelof Hartplein, temidden van allerlei boeken over ‘Absolute Kunst’. Een poging in ’54 tot het samengaan met ‘Vrij Beelden’ ten behoeve van.de abstracte kunst mislukte. In maart 1954 viel ‘Creatie’ uiteen en werd de groep opgeheven. Willy Boers stapte uit de groep, samen met Armando. Een aantal vormt de ‘Groep 54’ die een jaar heeft bestaan. Boers bleef met Armando altijd bevriend. Officieel heette het bij de opheffing dat de invloed van ‘Creatie’ te beperkt was geweest. Daarvoor was het dus nodig ‘om krachten te bundelen en in grotere verbanden samen te werken, met name met architecten’. Tenslotte lag het in de lijn der verwachting “dat de abstracte kunst zich vooral in de samenwerking met de (binnenhuis)architectuur zou ontwikkelen”. ‘Liga Nieuw Beelden’ In 1955 ontstond de nieuwe en grote vereniging ‘Liga Nieuw Beelden’ van de architect Charles Karsten. Hierin ging niet alleen ‘Groep 54’ op, maar ook ‘Cobra’ en de restanten van ‘Vrij Beelden’ en ‘Creatie’. Bij de Liga stond de integratie van de abstracte schilderkunst en de architectuur voorop. Ze werd opgericht als een werkgemeenschap van diverse kunstdisciplines. Dit samengaan van de diverse disciplines, en vooral de integratie van architectuur en beeldende kunst, was ook het oude ideaal van de ‘Stijl’-groep. Maar moest de kunstenaar door het maken van wandschilderingen zijn maatschappelijke functie voorop stellen of vooral zijn individuele zelfstandigheid handhaven? Jaarlijks werd door de Liga in het Stedelijk Museum geëxposeerd.Volgens Henk Peeters waren deze exposities “de meest toonaangevende van wat zich in die tijd als abstract presenteerde”. Naast de oudere ‘geometrisch abstracten’ was er volgens Peeters sprake van een groep ‘Vrije Abstracten’ van Willy Boers, maar Boers deed niet met de Liga mee. In ieder geval vinden we bij de Liga diverse namen van oude strijdmakkers van Willy Boers, zoals Emile Voeten, André van der Vossen, Eugène Brands, Hans Ittmann en Mark Kolthoff. Ook zaten er diverse ‘Informelen’ bij, namelijk Jan Schoonhoven, Armando, Kees van Bohemen en Henk Peeters, en aanverwante collega’s zoals Jaap Wagemaker, Wim de Haan en Theo Bennes die nog een tijd secretaris van de Liga was. Men kan wel zeggen dat er na de oorlog een streven is om de abstracte kunst weer op het spoor te zetten, dat in de jaren tot ’55 vooral Willy Boers en Ger Gerrits daarvan de drijvende figuren waren en dat de groep ‘Creatie’ in zijn gelijkgerichtheid daarvan het hoogtepunt vormde. Uit het voorafgaande moge ook blijken dat zich in de jaren net na de oorlog een heel netwerk ontvouwde waarin iedereen elkaar kende, vaak nog van de jaren dertig. Ook kan men zeggen dat ‘Vrij Beelden’ en ‘Creatie’ hiervan een kern vormden. Maar ook dat Appel, Corneille en Constant, in tegenstelling tot Brands en Rooskens, van dit netwerk nauwelijks deel uit maakten. In 1955 kwamen alle draden weer bij elkaar in ‘Liga Nieuw Beelden’, van waaruit zich iets nieuws kon ontwikkelen, namelijk ‘de Informelen’, en vervolgens ‘de Nul-beweging’. Tenslotte nog dit: wat betreft de integratie van de kunstdisciplines stond deze mijns inziens in 1900 ook voorop bij de Art Nouveau of Nieuwe Kunst. Abstracte Kunst; citaat van Willy Boers: “Abstractie is die arbeid van de geest of van het gevoel, waardoor de voor wezenlijk gehouden inhoud of feitelijkheid wordt losgemaakt uit haar samenhang met de voor van bijkomstige betekenis gehouden elementen. Abstract is dus het onttrekken van een bepaalde inhoud aan een verband dat nog andere elementen bevat waarvan de combinatie als geheel iets nimmer wederkerends of iets individueels en daarom iets onvergelijkbaars is. Ik kan van het object slechts abstraheren door middel van een subjectieve begripsconstellatie.” Musea: o.a. Stedelijk Museum in Amsterdam.
Kunstenaars Collectie (3 Afbeeldingen)